Abstract
Waarom blijven we ronddraaien in dezelfde neerwaartse spiraal van vechten tegen pijn? We weten toch dat het niet werkt? De neiging om chronische pijn te onderdrukken, vermijden en controleren komt uit een heel diep gelegen gedeelte van je hersenen. Dat is het hersengebied dat heel sterk gericht is op overleven. Tijdens honderdduizend jaar evolutie heeft de mens allerlei extreme levensbedreigende situaties doorstaan zoals natuurrampen en de confrontatie met sabeltandtijgers, beren of de wolharige mammoet. We hebben geleerd niet het onderspit te delven als we met de dood werden bedreigd. Onze geest leerde zich instellen op overleven! Niet gedood worden! Door gevaren haarfijn in de smiezen te houden en dan te vluchten, vechten of juist even muisstil achter een bosje te blijven zitten, wist het menselijk ras uiteindelijk te overleven en zich te ontwikkelen tot wat het nu is. Dit mechanisme is verankerd in de diepere delen van onze hersenen en wordt nog steeds vrijwel automatisch ingeschakeld bij mogelijk gevaar, ook bij pijn. Onze geest beschouwt pijn als een direct gevaar. Als je in je overlevingsstand (vechtstand) staat, kun je pijn zelfs geheel uit je bewustzijn bannen. Denk maar eens aan soldaten die op het slagveld gewoon doorvechten ondanks een ernstige verwonding. Zolang ze vechten, voelen ze niets. Een ander voorbeeld is de sporter die met een blessure doorspeelt en pas na het fluitsignaal de pijn voelt. We kunnen pijn tijdelijk uitschakelen in geval van nood of als we iets ontzettend graag willen bereiken. Daarna komt hij direct of indirect weer terug. Het vechten, vluchten of verstijven bij gevaar is onderdeel van ons stresssysteem. Overleven betekent dat je stresssysteem wordt aangezet. Stress maakt ons alert en helpt ons om gevaar te onderkennen en dan de juiste reactie te vertonen. Ook nu in onze huidige maatschappij het gevaar van sabeltandtijgers en mammoeten allang geweken is, reageren we toch eerst met stress. We gaan vechten, vluchten of verstijven bij onverwachte problemen met een collega, of onze partner, of wanneer we te laat zijn voor de bus. Na honderdduizend jaar evolutie zegt je geest nu niet ineens: ‘O, wacht eens even. Ik leef niet meer in een grot met wilde dieren om me heen. Ik zit hier lekker veilig in een centraal verwarmd huis. Ik hoef dat signaal van “kijk uit anders wordt je verslonden” niet meer te geven’. Zo werken de hersenen niet. Als je pijn ervaart, geven je hersenen nog steeds het diepgewortelde signaal ‘ren weg anders pakt de pijn je’ of ‘vecht anders ben je er geweest’. Ook bij langdurige pijn volgen we automatisch deze weg. We schakelen de pijn automatisch uit zodra we denken in gevaar te zijn. Als we wel bij de pijn stilstaan, komt automatisch de boodschap ‘kijk uit gevaar!’ en voor we het weten onderdrukken we de pijn, we gaan vechten of vluchten of we verstijven. Chronische pijn benaderen we als een sabeltandtijger: zorgen dat je er zo snel mogelijk vandoor gaat anders ben je je leven niet zeker.
Access this chapter
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Rights and permissions
Copyright information
© 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
About this chapter
Cite this chapter
Spaans, J. (2010). Kijk uit voor sabeltandtijgers. In: Pijn zonder strijd. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-8549-2_5
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-8549-2_5
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-8548-5
Online ISBN: 978-90-313-8549-2
eBook Packages: Dutch language eBook collection