Abstract
Leren dansen begint met het herhaaldelijk oefenen van de elementaire onderdelen van de dans: draaien, leiden, lichtjes op de bal van je voet steunen, de basispassen, de maat houden. Zodra je enige vaardigheid hebt opgedaan in elk van die aspecten, leer je hoe je ze tot een samenhangend patroon kunt samenvoegen. Naarmate je beter wordt, kun je gaan improviseren – hier een draai, daar een versiering toevoegen – totdat de hele dans een improvisatie is die uit deze kleinere onderdelen wordt opgebouwd. Uiteindelijk ben je in staat om vloeiend en snel te reageren, moeiteloos tussen de andere dansers op de vloer door te laveren, je aan te passen aan de vaardigheid van je partner en aan het nummer dat gespeeld wordt.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Rights and permissions
Copyright information
© 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
About this chapter
Cite this chapter
Luoma, J.B., Hayes, S.C., Walser, R.D. (2009). Alles bij elkaar laten komen. In: Leer ACT!. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-9256-8_11
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-9256-8_11
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-5327-9
Online ISBN: 978-90-313-9256-8
eBook Packages: Dutch language eBook collection