De toegenomen levensverwachting heeft geleid tot een sterke groei van het aantal mensen met een chronische aandoening. Vooral de leeftijdsgroep van mensen boven 55 jaar loopt een verhoogde kans op het krijgen van zo’n aandoening. De zorg voor mensen met een chronische ziekte is anders van aard dan de zorg voor mensen die met een kortdurende acute aandoening worden geconfronteerd. Chronische ziekten zijn vaak pijnlijk en in de regel niet te genezen. Ze hebben een langdurige en meestal permanente invloed op het leven van betrokkenen. Het is om die reden dat de zorg voor chronisch zieken om een andere benadering c.q. een andere ethiek vraagt dan de acute zorg. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de problematiek van chronisch zieken. Hoe komt het dat deze ziekten momenteel zo sterk zijn toegenomen? Wat betekent het om chronisch ziek te zijn? Waarin verschilt chronische zorg van acute zorg? Wat voor ethiek hebben we nodig in de zorg voor chronisch zieken?
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Noten en literatuur
N. Keyfiz, W. Flieger: World population growth and aging. Demographic trends in the late twentieth century. Chicago University Press, Chicago/London, 1990.
A. Hofman: ‘Ontwikkelingen in gezondheid en ziekte’. In: M.A. van Santvoort (red.): Ouderen, wetenschap en beleid. Nederlands Instituut voor Gerontologie, Nijmegen, l99l.
J.E. Fries: ‘Aging, natural death and the compression of morbidity’. New England Journal of Medicine 1980; 303: 131–135.
M. Bury: ‘Arguments about aging: long life and its consequences’. In: N. Wells, Ch. Freer: The ageing population. Burden or challenge? MacMillan, Basingstoke, 1988: p. 17–31.
E. Gruenberg: ‘The failure of success’. Milbank Memorial Fund Quarterly/Health and Society, Winter 1977: p. 3–24.
G.A.M. van den Bos: Zorgen van en voor chronisch zieken. Bohn, Scheltema & Holkema, Utrecht, 1989: p. 18.
Commission on Chronic Illness: Chronic illness in the United States. Vol I. Prevention of chronic illness. Cambridge (Mass.), 1957. Geciteerd en vertaald in: Nota Chronisch-Ziekenbeleid. Chronische patiënten niet buiten spel. Ministerie van WVC, ’s-Gravenhage, 1991: p. 6.
Nota Chronisch-ziekenbeleid, p. 4.
J.R Kuiper: ‘Een gezondheidkundige kijk op gezondheidszorg’. In: E.W. Roscam Abbing (red.): Bouw en werking van de gezondheidszorg in Nederland. Bohn, Scheltema & Holkema, Utrecht/ Antwerpen, 1983: p. 47–74. Zie ook Kuipers definitie van gezondheid in hoofdstuk 5.
D. Callahan: What Kind of Life. The Limits of Medical Progress. Simon & Schuster, New York, 1990: p. 144.
D. Callahan, O.c., p. 146.
D. Callahan: Setting Limits. Medical Goals in an Ageing Society. Simon & Schuster, New York, 1987.
D. Callahan: What Kind of Life, p. 145.
K Charmaz: ‘Struggle for a self: Identity levels of the chronically ill’. In: J. Roth, R. Conrad (eds.): Research in the Sociology of Health Care. Vol. 6: Greenwich (CT), 1987: p. 283–321.
Casuïstiek ontleend aan: I.M. Proot, R.H.J. ter Meulen, H.F.M. Crebolder, J.M.J.P. van der Linden, E. Reerink: Protocollering van zorg bij reumatoïde arthritis: Medisch-ethische aspecten. Instituut voor Gezondheidsethiek, Maastricht, 1996.
H. Manschot, M. Verkerk (red.): Ethiek van de zorg. Een discussie. Boom, Amsterdam/Meppel, 1994.
J.C. Tronto: Moral boundaries. A political argument for an ethic of care. Routledge, New York, 1993: p. 135.
J. Tronto, O.c., p. 103. Vertaling H. Manschot: ‘Kwetsbare autonomie: over afhankelijkheid en onafhankelijkheid in de ethiek van de zorg’. In: H. Manschot, M. Verkerk (red.): Ethiek van de zorg. Een discussie. Boom, Amsterdam/Meppel, 1994: p. 97–118.
Deze weergave van de vier niveaus van Tronto’s theorie is gebaseerd op H. Manschot: ‘Kwetsbare autonomie’, O.c., p. 106–7.
M. Verkerk: ‘Zorg of contract: een andere ethiek’. In: H. Manschot, M. Verkerk (red.): Ethiek van de zorg. Een discussie. Boom, Amsterdam/Meppel, 1994: p. 53–73.
C. Gilligan: In a different voice. Harvard University Press, Cambridge (Mass.), 1982.
M. Verkerk, O.c., p. 60.
H. Reinders: ‘De grenzen van het rechtendiscours’. In: H. Manschot, M. Verkerk: O.c., p. 74–96.
Casuïstiek ontleend aan I.M. Proot et al: o.c.
Ibid.
Ibid.
G.A.M. van den Bos: o.c., p. 139 e.v.
Nota chronisch ziekenbeleid. Chronische patiënten niet buiten spel. Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-199l, 22025, nr. 1. p. 16.
E. Reerink, N.S. Klazinga: Protocollen bij het maken van keuzen in de zorg. Rapport in opdracht van de Commissie Keuzen in de Zorg. CBO, Utrecht, 1991: p. 9.
M.H. Kobus, J.M. Carlier: Over het ontwikkelen en invoeren van multidisciplinaire protocollen. NzF Consult, Utrecht, 1990: p. 9.
M. Field, K. Lohr (eds.): Clinical practice guidelines: directions for a new agency. Washington (DC), 1990. Geciteerd door R.T.P.M. Grol, J.J.E. van Everdingen, A.E Casparie: Invoering van richtlijnen en veranderingen. Een handleiding voor de medische, paramedische en verpleegkundige praktijk. De Tijdstroom, Lochem, 1994: p. 29.
E. Reerink, N.S. Klazinga: Protocollen bij het maken van keuzen in de zorg. Rapport in opdracht van de Commissie Keuzen in de Zorg. CBO, Utrecht, 1991.
F. van Wijmen: Richtlijnen voor verantwoorde zorg. Over de betekenis van standaardisering voor patiënt, professional en patiëntenzorg. Praeadvies uitgebracht ten behoeve van de jaarvergadering van de Vereniging voor Gezondheidsrecht op 14 april 2000.
C. Stolker: ‘Wat weet de rechter van medisch handelen? Richtlijnen en beroepscodes spelen een sleutelrol bij juridische procedures’. Tijdschrift voor Gezondheid en Politiek 1993; 11: 14–16; J.K.M. Gevers: ‘Richtlijnen voor zorg in juridisch perspectief: de positie van hulpverlener en patiënt’. Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde 1997; 75: 44–45.
Ch. van Weel, J.A. Knottnerus: ‘Evidence based interventions and comprehensive treatment’. Lancet, 1999; 353: 916–918.
M. Berg: Rationalising Medical Work. Decision-Support Techniques and Medical Practices. MIT Press, Cambridge (Mass.), 1997).
H. Dupuis: ‘Professionele autonomie en de vrijheid van medisch handelen’. Medisch Contact 1991; 46: 1247–1249.
R. Grol: ‘Implementing guidelines in general practice care’. Quality in Health Care 1992; 1: 184–191.
F. van Wijmen, R. Grol: ‘Juridische aspecten van standaarden in de huisartsgeneeskunde’. Huisarts en Wetenschap 1992; 35(6): 235–239.
H. Philipsen: ‘Rationaliteit en ons oordeel over de verdwijnende patiënt’. In: Gezondheid en Samenleving 1985; 6: 142–151.
D. Dickenson en P. Vineis: ‘Evidence-Based Medicine and Quality of Care’. Health Care Analysis 2002; 10: 243–259.
T. Hope: ‘Editorial: Evidence-Based Medicine and Ethics’. Journal of Medical Ethics 1995; 5: 259–260.
R. Huijsman: ‘Substitutie in de ouderenzorg’. In: Ouderen en ouder worden in maatschappelijk perspectief Cursus Open Universiteit, Blok 3/4 Sociale integratie en zelfstandigheid van ouderen/Zorgvoorzieningen. Heerlen, 1992: p. 244–264.
E. Goffman: Asylums. Essays on the Social Situation of Mental Patients and Other Inmates. Penguin, Harmondsworth, 1982 (1961): p. 11.
S. Foldes: ‘Life in an Institution: A Sociological and Anthropological View’. In: R. Kane, A. Kaplan: Everyday Ethics. Resolving Dilemmas in Nursing Home Life. Springer, New York, 1990: p. 21–36.
A. van der Plaats: ‘De professionele zorgverlening voor langdurig zieke en invalide ouderen’. In: H. Nies, J.M. Nuijens, D. Vis, M. Wimmers (red.): Contouren van het ouder worden. Opgedragen aan prof.dr. Joep Munnichs. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten 1990: p. 75-79
Nederlandse Vereniging voor Verpleeghuiszorg: Kwaliteitskenmerken verpleeghuiszorg. Deel II. Handleiding. Utrecht, 1993: p. 9.
R. Kane, A. Caplan (eds.): o.c.
M. Bakker-Winnubst: ‘Goed hulpverlenerschap, de spanning tussen norm en praktijk’. In: F.W.A. Brom, B.J. van den Bergh, A.K. Huijbers (red.): Beleid en ethiek. Van Gorcum, Assen, 1993: p. 80–87.
Gezondheidsraad: Dementie. Gezondheidsraad, ’s-Gravenhage, 2002.
Ibid, p. 86.
R.H.J. ter Meulen, R.L.P. Berghmans: ‘Ethiek en de zorg voor ouderen’. In: Handboek Ouder Worden, Deel II. 8.b. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 1995: p. 1–43.
C.RM.M. Hertogh: ‘Medische ethiek en de beroepsopleiding tot verpleeghuisarts’. Vox Hospitii 15(3), 1991: p. 58–62.
Geneeskundige Hoofdinspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid: Referentiekader psychogeriatrische verpleeghuizen en psychogeriatrische afdelingen van gecombineerde verpleeghuizen. Rijswijk, 1986. Zie ook: Ter Meulen en Berghmans: o.c.
A.A. Weinberg: ‘Beschermende maatregelen in een psychogeriatrisch verpleeghuis’. Medisch Contact 1990; 45(12): 388–390.
R.H.J. ter Meulen en R.L.P. Berghmans: o.c.
J.M.A. Munnichs: ‘Eindigheid, zingeving en spirituele zin’. In: Y. Kuin: Levenservaringen en zinvragen. Ambo, Baarn, 1995: p. 74–89.
S.A. Duursma: Hoe wilt U oud worden? Inaugurale rede, Rijksuniversiteit Utrecht, 1992.
E.B.M. Dillman: ‘Een visie op geriatrie’. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 1984; 15: 7–15.
M. Horan: ‘Difficult choices in treating and feeding the debilitated elderly’. In: L. Gormally (ed.): The dependent elderly: autonomy, justice and quality of care. Cambridge, 1992: p. 11–27.
HP/De Tijd: ‘De vervagende leeftijdsgrenzen en het einde van de generatiekloof’, 23 juli 1993.
J.M. van Meel: De oudere jongere en de jongere oudere. Lezing voor het congres ‘Ontgroening en Vergrijzing’ op 27 november 1992 te Tilburg.
Th. Cole: ‘Aging, history and health: Progress and paradox’. In: J.F. Schroots, J.E. Birren, A. Svanborg (eds.): Health and aging. Perspectives and prospects. Swets & Zeitlinger, NewYork/Lisse, 1988: p. 45–63.
Ursula Lehr: Psychologie van de ouderdom. Deventer, 1980. Geciteerd in: K Penninx: Beeldvorming over ouderen. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 1995: p. 24.
R. Butler: ‘Age-ism’: Another form of bigotry’. The Gerontologist 1969; 9: 243–246.
R. Houtepen: Op zoek naar een goede ouderdom. Liberalisme, communitarisme en gerontologie. Kok, Kampen, 1993: p. 98.
P. van Tongeren: ‘Levensduur en levenszin. Wijsgerige overdenkingen bij het thema ‘levensverlenging’’. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 1990; 21: 223–228.
H. Manschot: Levenskunst of lijfsbehoud ? Een humanistische kritiek op het beginsel van autonomie in de gezondheidszorg. Inaugurale rede, Universiteit voor Humanistiek, Utrecht, 1992: p. 12.
Cicero: Over ouderdom (Cato Maior de senectute). Ambo, Baarn, 1989: p. 52–53.
Ter verdere lezing
J.J.M. van Delden, C.M.P.M. Hertogh en H.A.M. Manschot: Morele problemen in de ouderenzorg. Van Gorcum, Assen, 1999.
H. Manschot, M. Verkerk (red.): Ethiek van de zorg. Een discussie. Boom, Meppel, 1994.
M. Verkerk (red.): Denken over zorg. Concepten en praktijken. Elsevier/De Tijdstroom, Utrecht, 1997.
F. van Wijmen: Richtlijnen voor verantwoorde zorg. Over de betekenis van standaardisering voor patiënt, professional en patiëntenzorg. Praeadvies uitgebracht ten behoeve van de jaarvergadering van de Vereniging voor Gezondheidsrecht op 14 april 2000.
D. Sackett, W. Scott Richardson, W. Rosenberg en R.B. Haynes: Evidence-based medicine. How to practice and to teach EBM. Churchill Livingstone, New York, 1997.
Copyright information
© 2006 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
ten Have, H.A.M.J., ter Meulen, R.H.J., van Leeuwen, E. (2006). Zorg. In: Medische ethiek.. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6520-3_8
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6520-3_8
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-4029-3
Online ISBN: 978-90-313-6520-3
eBook Packages: Dutch language eBook collection